Lelystad is een stad opgerezen uit het IJsselmeer. Tussen 1950 en 1968 zijn de twee onderdelen van de Flevopolder drooggelegd. Lelystad moest de grote stad worden van Oostelijk Flevoland, Zuidelijk Flevoland en daarnaast Westelijk Flevoland, waarmee de Markerwaard (zie onderstaande afbeelding) wordt bedoeld. De plannen voor de Markerwaard zijn nooit gerealiseerd waardoor het IJsselmeer nooit verder is ingepolderd. In afwachting van besluitvorming over de inpoldering van het Markermeer werd de ontwikkeling van de kuststrook van Lelystad afgehouden. Dit is een groot aandeel in de reden waarom de grootste ambities voor Lelystad niet werden behaald. Een andere reden hiervoor is de slechte aansluiting geweest met het oude land in de eerste jaren.
Lelystad groeide om bovengenoemde redenen veel langzamer dan verwacht. Almere is ook niet zo snel gegroeid als in eerste instantie werd voorspeld. Echter, kozen mensen eerder voor Almere dan voor Lelystad. Dit komt mede doordat Almere dichterbij het Gooi en Amsterdam gelegen is. Hierdoor is Lelystad in de jaren tachtig overschaduwd door Almere. Ondanks dat werd in 1988 een nieuw station aangelegd in het kader van eventuele uitbreidingen ten zuiden van Lelystad. Het in ruwbouw gebouwde station Lelystad Zuid is nooit in gebruik genomen en wordt ieder geval niet in gebruik genomen tot 2025. Het wordt momenteel gezien als spookstation en bevindt zich verlaten tussen de weilanden. Daarnaast heeft ProRail ervoor gezorgd dat men de platforms niet meer kan betreden.
Ten Zuiden van Lelystad bevinden zich de Oostvaardersplassen, een natuurgebied van internationaal belang voor overwintering van vogels. Tussen Lelystad en de Oostvaardersplassen is een groot stuk bos, namelijk het Hollandse Hout en weilanden, beide van ruim 5 vierkante kilometer. Station Lelystad Zuid bevindt zich midden tussen die weilanden en op de grens van Hollandse Hout en de weilanden is al een nieuwe afrit gemaakt van de A6. Deze is bedoeld om het verkeer van Almere en Amsterdam beter door te laten stromen richting Lelystad Airport Businesspark én richting Oostervaardersplassen/Nationaal Park Nieuw Land. Lelystad is het eindpunt van de SAAL-lijn. Zoals eerder benoemd is dat een belangrijke OVverbinding binnen de Metropoolregio. Volgens ProRail reizen er steeds meer mensen met de trein tussen Schiphol en Lelystad. Om deze reden wordt de spoorlijn tussen Schiphol en Lelystad omgebouwd tot een moderne 'spoorsnelweg' waar ruimte is voor meer treinverkeer. Lelystad zal door deze ontwikkeling aantrekkelijker worden om te wonen en te werken en daarbij een belangrijke schakel zijn binnen de Metropoolregio Amsterdam. Tot slot kan de opening van Lelystad Airport ook een belangrijke rol spelen bij de ontwikkelingen en uitbreiding van Lelystad. Door het vliegveld ontstaat er nog meer behoefte aan een goede verbinding met Amsterdam en daarnaast ontstaat er meer werkgelegenheid en daardoor behoefte aan woningen in de buurt. Lelystad Zuid is daarom een ideale locatie om uit te breiden en de woningmarkt te ontlasten.
De gemeente van Lelystad heeft een aantal hoofdpunten opgesteld waar dit onderzoek op aan kan sluiten. Lelystad wil ontwikkelen naar een zelfstandige stad waarbinnen unieke woonmilieus te vinden zijn. Daarnaast wilt de stad groeien naar 100.000 inwoners zoals oorspronkelijk het plan was. Het imago van de stad van de nieuwe natuur is een kwaliteit die behouden dient te worden. Om dit imago te behouden en waar mogelijk te versterken, moet er hand in hand met de natuur gebouwd en ontwikkeld worden. De voorzieningen zijn gecentreerd in de stad en moeten ook hiërarchische gerangschikt blijven waardoor het hart van Lelystad haar kwaliteit niet zal verliezen. Bij de uitbreiding van de stad moet er voorkomen worden dat de desbetreffende locatie een jarenlange bouwput is om de woonomgeving niet negatief te beïnvloeden.
Daarnaast is een visie opgesteld voor de groene rand van Lelystad genaamd Warande. Dit betreft een oppervlakte van circa 500 hectare met het station Lelystad Zuid centraal gelegen in het gebied. Het moet een groene rand blijven die de relatie met de omgeving aangaat, een groene buffer voor de stad en de mogelijkheid tot recreatieve functies. Het gebied leent zich om unieke en ontspannen woonmilieus te realiseren waar clusters van woningen kunnen worden gerealiseerd die ingebed zijn in het groen en die de samenhang van de groene rand kan waarborgen. Er moet worden ontworpen op een geleidelijke overgang tussen stad en land waarbij de relatie wordt gezocht met het bos (Hollandse Hout). De focus in de ontwerpen moet liggen op het fiets- en voetgangersnetwerk en het openbaar vervoer.